• Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen
GeoStap
  • Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen
Picture

Ontwikkelingen eigen regio

Leerdoelen

​Bekijk eerst de leerdoelen en voer daarna de opdrachten uit die hieronder staan. 
  • Je kunt beschrijven wat burgerschap inhoudt en welke rol sociale samenhang, betrokkenheid en participatie spelen in je eigen buurt of stad.
  • Je kunt uitleggen hoe lokalisme en regionalisme kunnen bijdragen aan het gevoel van verantwoordelijkheid voor je omgeving.
  • Je kunt beschrijven wat trans-nationalisme betekent en hoe dit via internet en sociale media invloed heeft op de mentaliteit in je regio.
  • Je kunt analyseren hoe pluriformiteit (meerdere culturen en religies) bij kerken, verenigingen en buurthuizen de sociale samenhang beïnvloedt.
  • Je kunt uitleggen hoe lokale samenwerking en regionale samenwerking (bijv. tussen dorpen en steden) elkaar kunnen versterken.
  • Je kunt beschrijven hoe grensoverschrijdende contacten (bijv. met buitenlandse sportclubs) de mentaliteit in een regio kunnen verbreden.

Theorie

​ Lees de uitleg goed door. Dit helpt je om de opdrachten te begrijpen.
Samen sterk: wat is burgerschap?

Burgerschap draait om hoe je als inwoner met anderen samenleeft. Een belangrijk aspect is sociale samenhang: voel je je verbonden met je buurt of stad, en ben je bereid om anderen te helpen? Daarbij hoort ook betrokkenheid bij wat er speelt en participatie in activiteiten, zoals een buurtfeest of een opruimactie.

Of je nu sterk naar lokalisme neigt of trotse voorstander bent van regionalisme, het idee is dat je verantwoordelijkheid neemt voor je omgeving. Door actief te zijn in buurtinitiatieven, leer je mensen kennen en bouw je samen aan een prettigere leefomgeving.

Zo kan burgerschap ervoor zorgen dat inwoners niet langs elkaar heen leven. Wanneer iedereen meedoet, is er meer begrip en minder kans op onderlinge irritatie. De buurt wordt levendiger en gezelliger, wat ook fijn is voor nieuwe bewoners die zich willen aansluiten.

Veranderingen in mentaliteit en cultuur

Door internet, sociale media en makkelijke reismogelijkheden neemt trans-nationalisme toe. Mensen hebben steeds vaker contacten in andere landen en nemen ideeën mee terug. Dit kan de mentale verstedelijking versnellen: zelfs op het platteland zie je dan stedelijke gewoontes of internationale trends opduiken.

In een samenleving met veel pluriformiteit leven allerlei groepen naast elkaar, elk met hun eigen gewoonten of religie. Kerken, verenigingen (bijvoorbeeld voetbalclubs of dansgroepen) en sociaal-culturele instellingen (zoals buurtcentra) spelen een grote rol in het bij elkaar brengen van mensen. Hier komen allerlei culturen samen, wat kan bijdragen aan wederzijds begrip.

Ook club- en buurthuiswerk en de brede school zijn voorbeelden van plekken waar inwoners met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten. Zo wissel je ideeën uit, leer je samen sporten of vieren jullie elkaars feesten. Deze uitwisseling houdt een gemeenschap dynamisch en geeft ruimte aan vernieuwing.

Lokale samenwerking, regionale blik

Sommige mensen houden vast aan lokalisme: alles binnen de eigen stad of dorp is het belangrijkst. Anderen zien regionalisme juist als kracht: door met omliggende dorpen en steden samen te werken, ontstaat een breder netwerk. Beide opvattingen kunnen naast elkaar bestaan, zolang er onderling begrip is.

Burgerschap betekent dan ook niet dat je alleen voor je eigen straat zorgt; je kunt ook meedenken over een regionaal festival of een gezamenlijk vrijwilligersproject. Zo draag je bij aan een groter geheel, en komen voorzieningen beschikbaar die jouw buurt misschien niet alleen kan bekostigen.

​Door trans-nationalisme groeien regio’s soms zelfs voorbij landsgrenzen. Een voorbeeld is als lokale verenigingen contact leggen met sportclubs of culturele instellingen in het buitenland. Dit soort contacten zorgt voor internationale uitwisseling en verruimt de mentale verstedelijking: men staat meer open voor invloeden van buitenaf.

Maak de zinnen compleet (Geo€oin)

In de samenvatting hieronder missen een paar belangrijke woorden. Vul ze in met de juiste termen. Noteer je antwoorden in je schrift.
Neem de cijfers 1 t/m 7 en maak de samenvatting compleet. Kies uit: [burgerschap, participatie, sociale samenhang, trans-nationalisme, pluriformiteit, mentale verstedelijking, brede school].
  1. ... (1) ... draait om actief meedoen in je buurt, zodat iedereen zich gehoord voelt en samenwerkt aan een fijne leefomgeving.
  2. Door voldoende ... (2) ... van bewoners ontstaan er nieuwe ideeën en ontmoetingen die de buurt versterken.
  3. Zo vergroot je de ... (3) ..., omdat mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en hun omgeving.
  4. Tegenwoordig neemt ... (4) ... toe, doordat mensen makkelijk reizen en online contact hebben met andere landen.
  5. Dat leidt tot ... (5) ..., want verschillende culturen en achtergronden komen steeds vaker bij elkaar.
  6. Zelfs in kleine dorpen zie je ... (6) ..., waarbij stedelijke invloeden en buitenlandse trends de leefstijl veranderen.
  7. Initiatieven als de ... (7) ... en buurtcentra brengen diverse groepen samen, waardoor je elkaar leert kennen en respecteren.

​Beantwoord de vragen (2 ​Geo€oin$)

​ Lees de theorie en geef antwoord op de vragen. Gebruik wat je net geleerd hebt! ​Noteer je antwoorden in je schrift.
​​Lees: “Samen sterk: wat is burgerschap?”
​
1. Open vraag
Vraag: Wat houdt burgerschap in?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Welk kenmerk hoort bij burgerschap?
A. Afzondering van je buurt
B. Deelname aan buurtactiviteiten
C. Alle problemen negeren
D. Geen contact met anderen

3. Gatenzin
Vraag: Door __________ (meehelpen in de buurt) leer je mensen kennen en bouw je samen aan een betere wijk.

4. Combinatievraag
Koppel de begrippen aan de juiste uitleg:
  1. Burgerschap
  2. Sociale samenhang
  3. Betrokkenheid
  4. Participatie
  5. Lokalisme
  6. Regionalisme
A. Actief meedoen aan activiteiten in je buurt
B. Voelen dat je iets aangaat, ergens om geven
C. Trots op je eigen stad of dorp
D. Trots op een hele streek
E. Mate waarin bewoners zich verbonden voelen
F. De manier waarop je als inwoner met anderen samenleeft

5. Groeperen
Vraag: Verdeel de voorbeelden in ‘draagt bij aan burgerschap’ of ‘niet aan burgerschap’:
  • Meedoen aan een opruimactie
  • Anderen helpen in de buurt
  • Geen interesse tonen
  • Overleggen met buurtbewoners
  • Iemand buitensluiten
  • Samen een buurtfeest organiseren

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet de fases van weinig naar veel burgeractiviteit in volgorde:
(1) Nooit meedoen of overleggen, (2) Af en toe interesse tonen, (3) Regelmatig helpen en organiseren, (4) Zelf nieuwe initiatieven starten.

Lees: “Veranderingen in mentaliteit en cultuur”
​
1. Open vraag
Vraag: Wat betekent trans-nationalisme?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Wat is een mogelijk gevolg van trans-nationalisme op het platteland?
A. Mensen blijven alleen bij hun eigen gewoonten
B. Internationale trends en stedelijke gewoonten dringen door
C. Er komen geen nieuwe ideeën binnen
D. Platteland blijft helemaal afgezonderd

3. Gatenzin
Vraag: In een samenleving met veel __________ leven allerlei groepen met hun eigen gewoonten naast elkaar.

4. Combinatievraag
Koppel de begrippen aan hun betekenis:
  1. Trans-nationalisme
  2. Mentale verstedelijking
  3. Pluriformiteit
  4. Kerken en verenigingen
  5. Sociaal-culturele instellingen
  6. Brede school
A. Mensen op het platteland nemen stedelijke gewoonten over
B. Internationale contacten en ideeën
C. Veel verschillende culturen leven samen
D. Buurtcentra, sportclubs of culturele centra
E. Gebouwen of groepen waar mensen samenkomen voor religie of hobby
F. School die ook als ontmoetingsplek dient

5. Groeperen
Vraag: Verdeel de voorbeelden in ‘sociaal-cultureel contact’ of ‘niet-sociaal-cultureel contact’:
  • Naar een kerk of moskee gaan
  • Online taal leren van een ander land
  • Pakketje bestellen uit buitenland
  • Buurtcentrum bezoeken
  • Sociale media met buitenlandse vrienden
  • Alleen je eigen erf niet verlaten

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet de fases in volgorde hoe trans-nationalisme kan groeien:
(1) Internettoegang en reizen, (2) Kennismaken met buitenlandse culturen, (3) Overnemen van nieuwe ideeën, (4) Mengvormen van gewoonten en culturen.

Lees: “Lokale samenwerking, regionale blik”

1. Open vraag
Vraag: Wat is lokalisme?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Waarom kan regionale samenwerking gunstig zijn?
A. Je krijgt meer voorzieningen en een groter netwerk
B. Het kost altijd veel geld en levert niets op
C. Er ontstaat minder contact tussen dorpen
D. Er is alleen maar ruzie over plannen

3. Gatenzin
Vraag: Door __________ kunnen dorpen en steden samen projecten aanpakken die ze apart niet kunnen betalen.

4. Combinatievraag
Koppel de begrippen aan de juiste uitleg:
  1. Lokalisme
  2. Regionalisme
  3. Burgerschap
  4. Trans-nationalisme
  5. Vrijwilligersproject
  6. Voorzieningen
A. Sterke trots op eigen stad of dorp
B. Samenwerking met omliggende dorpen of steden
C. Internationale contacten en invloeden
D. Iets waarvoor mensen zich inzetten zonder ervoor betaald te worden
E. Alles wat inwoners nodig hebben (scholen, sportvelden enz.)
F. Meedoen en verantwoordelijkheid nemen in je omgeving

5. Groeperen
Vraag: Zet de volgende voorbeelden in ‘lokale samenwerking’ of ‘geen samenwerking’:
  • Samen een sportveld financieren
  • Ieder dorp organiseert los een eigen festival zonder overleg
  • Een gezamenlijk vrijwilligersproject
  • Dorpen overleggen over een gezamenlijke weg
  • Niemand deelt informatie met elkaar
  • Een regio-bijeenkomst voor uitwisseling

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet in volgorde (van klein naar groot) de samenwerkingsniveaus: (1) Een straat, (2) Een stad, (3) Een regio, (4) Een land.
Vraag je docent om het antwoordblad en controleer vervolgens je antwoorden.

+Opdrachten 

​Bekijk de opdrachten hieronder en voer ze uit. Let goed op wat er van je wordt verwacht. ​

Spel | Burgerschap (3 ​Geo€oin$)

Werkvorm: Spel
  1. Context
    Je bent spelontwikkelaar voor een buurtcentrum dat mensen wil betrekken bij lokale activiteiten (buurtfeesten, opruimacties).
  2. Taak
    • Ontwerp een spel (bordspel, kaartspel of simpel online spel) dat laat zien hoe burgerschap werkt: sociale samenhang, betrokkenheid en participatie.
    • Verwerk situaties waarin spelers moeten samenwerken (bijv. een buurtfeest organiseren) en beslissingen nemen die de leefbaarheid beïnvloeden.
    • Onderzoek voorbeelden van buurtinitiatieven en laat deze terugkomen als opdrachten of “events” in het spel.
  3. Beoordelingscriteria
    • Spelmechaniek: Het spel moet de thema’s van burgerschap duidelijk naar voren laten komen (bijv. kaarten over ‘participatie’ of ‘buurtconflict’).
    • Interactiviteit: Spelers moeten met elkaar in gesprek gaan of samenwerken.
    • Theorie: Begrippen als sociale samenhang, betrokkenheid en participatie komen in de spelonderdelen voor.
    • Gebruiksvriendelijkheid: De spelregels zijn helder en het spel is binnen een paar minuten uit te leggen.

Quiz | Veranderingen (​3 Geo€oin$)

Werkvorm: Quiz
  1. Context
    Je maakt als leerling-ambassadeur een kennisquiz voor de schoolbijeenkomst over hoe technologie en reizen onze mentaliteit veranderen.
  2. Taak
    • Ontwikkel een quiz met minstens 10 meerkeuzevragen die gaan over trans-nationalisme, mentale verstedelijking, pluriformiteit en de rol van verenigingen/kerken.
    • Geef na elke vraag een duidelijke uitleg waarom een antwoord goed/fout is.
    • Zoek ook zelf twee extra voorbeelden van hoe globalisering de lokale cultuur beïnvloedt.
  3. Beoordelingscriteria
    • Vragenkwaliteit: De 10 vragen sluiten duidelijk aan bij de theorie (trans-nationalisme, pluriformiteit, etc.).
    • Uitleg: Elk antwoord heeft een korte, maar begrijpelijke toelichting (bron of voorbeeld mag erbij).
    • Afwisseling: Niet alleen feitelijke vragen, maar ook toepassingsvragen (bijv. gevolgen voor je eigen stad).
    • Vorm: Overzichtelijke quiz met duidelijke vraagstellingen en antwoordopties.

Stripverhaal | Regionale projecten (3 ​Geo€oin$)

Werkvorm: Stripverhaal
  1. Context
    Je werkt voor een regiokrant en mag een strip maken die uitlegt hoe lokale en regionale projecten elkaar kunnen versterken (bijv. een regionaal festival).
  2. Taak
    • Maak een stripverhaal van minimaal 8 panels.
    • Je personages (bijv. bewoners, gemeenteambtenaren) komen voor een dilemma te staan: gaan we samenwerken met omliggende dorpen of niet?
    • Laat zien hoe burgerschap (van paragraaf 3) en regionale samenwerking elkaar kunnen aanvullen.
    • Doe kort onderzoek naar een bestaand regionaal initiatief en verwerk een voorbeeld.
  3. Beoordelingscriteria
    • Verhaallijn: In 8 panels wordt duidelijk waarom regionale samenwerking nuttig kan zijn.
    • Humor en creativiteit: De strip mag luchtig zijn, maar moet de theorie correct verwerken.
    • Vaktermen: Begrippen als ‘regionalisme’, ‘burgerschap’ of ‘lokalisme’ komen in de tekstballonnen of uitleg voor.
    • Lay-out: Tekst en beeld zijn goed leesbaar en ondersteunen elkaar.

GeoBeat (2 ​Geo€oin$)

​Bekijk en luister goed naar de video. Daarna ga je aan de slag met de opdrachten! ​Noteer je antwoorden in je schrift.
Begripsvragen bij de songtekst

Open vraag: Wat wordt bedoeld met de zin: "Grenzen vervagen, we leren steeds bij, culturen verweven, van jou en van mij."?

Meerkeuzevraag: Wat is een belangrijk thema in de songtekst?
A) De invloed van technologie op lokale gemeenschappen
B) Het belang van burgerschap en sociale cohesie
C) De rol van sport in een samenleving
D) Hoe natuur en stad met elkaar in balans zijn

Gatenzin: "Van buurtinitiatief naar een regionaal feest, door ______ krijgen we méér geweest."

Combinatievraag: Verbind de zinnen uit de songtekst met het juiste geografische begrip.
  1. "Wereldwijd praten met één klik online." 
  2. "In de kerk, op het veld, bij de dansvereniging." 
  3. "Van lokalisme tot een bredere blik."
A. Regionale samenwerking
B. Trans-nationalisme
C. Pluriforme samenleving


Groeperingsvraag: Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
  1. "Burgerschap betekent alleen participatie in lokale projecten." 
  2. "Sociale samenhang draagt bij aan tevredenheid in het leven." 
  3. "Trans-nationalisme leidt tot mentale verstedelijking." 

Ordeningsvraag: Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde op basis van de songtekst.
  1. "Hand in hand, een groter plan." 
  2. "Jij en ik, wij en zij, één gemeenschap, voel je vrij." 
  3. "Burgerschap maakt ons één, elke dag weer van belang." 
  4. "De straten hier ken ik van binnen en buiten." 

Diepgaande analyse van een kernzin

Gekozen zin: "Burgerschap maakt ons één, elke dag weer van belang."

  1. Wat betekent deze zin in de context van het lied?
  2. Hoe kun je deze zin koppelen aan een geografisch begrip of thema?
  3. Wat is een actueel voorbeeld waarin dit begrip een rol speelt?

Persoonlijke reflectie met stellingen

Gekozen zin:
"Van lokalisme tot een bredere blik, één stad, één streek, samen sterk in de schik."

Lees de drie stellingen hieronder. Geef bij elke stelling aan of je het ermee eens of oneens bent. Leg daarna in een korte uitleg uit waarom je deze mening hebt.
  1. Een sterke lokale gemeenschap is belangrijker dan internationale contacten.
  2. Burgerschap betekent dat je zowel lokaal als regionaal betrokken moet zijn.
  3. Technologie maakt het moeilijker om echte sociale cohesie te behouden.

Open vraag:

Welke van de bovenstaande stellingen spreekt jou het meest aan en waarom?

Jouw Wereld, Jouw Opdracht (2-4 ​Geo€oin$)

Kies een manier om te laten zien wat je hebt geleerd. Bedenk een creatieve opdracht waarmee je de leerdoelen uitlegt. Dit mag een poster, een spel, een podcast, een vlog of iets anders zijn. 
​
📌 Leerdoelen voor deze opdracht:
​
  • Je laat in deze opdracht zien hoe burgerschap (sociale samenhang, betrokkenheid, participatie) in jouw directe omgeving kan bijdragen aan een prettigere leefomgeving.
  • Je laat in deze opdracht zien hoe trans-nationalisme en pluriformiteit invloed hebben op het dagelijks leven en welke nieuwe ideeën hierdoor ontstaan.
  • Je laat in deze opdracht zien hoe lokalisme en regionalisme elkaar kunnen versterken, bijvoorbeeld door regionale samenwerking en gezamenlijke projecten.

Check jezelf (1 Geo€oin)

Maak de meerkeuzevragen en probeer de opdrachten te doen zonder de theorie of andere hulpmiddelen te gebruiken. Hoeveel had jij er goed? Noteer je antwoorden in je schrift.
Tekst 1: “Wat maakt jouw regio uniek?”
Vraag 1
Welk begrip verwijst naar het idee van ‘eigen grond’ binnen een regio?
A. Etniciteit
B. Territoir
C. Globalisering
D. Ruimtelijke segregatie

Vraag 2
Hoe kan een cultureel/mentaal kenmerk bijdragen aan de identiteit van een regio?
A. Door alleen bestuurlijke afspraken te maken
B. Door harde grenzen met hekken te plaatsen
C. Door inwoners die er wonen een gevoel van trots en verbondenheid te geven
D. Door het verbieden van streekgerechten en dialecten

Vraag 3
Wat is een gevolg van sterke regionale identiteit (lokalisme of regionalisme)?
A. Mensen hebben geen interesse meer in hun eigen streek
B. Mensen voelen zich minder thuis in hun omgeving
C. Mensen raken trotser op hun eigen streek en zetten zich er meer voor in
D. Mensen willen altijd zo ver mogelijk weg uit hun regio

Tekst 2: “Grenzen: van zacht tot hard”
Vraag 1
Welke grens kun je een open of zachte grens noemen?
A. De grens tussen twee landen met intensieve douanecontroles
B. De grens tussen twee wijken in dezelfde stad waar je vrij kunt passeren
C. Een grens waar militaire controleposten continu actief zijn
D. Een streng bewaakte grens bij een internationale luchthaven

Vraag 2
Waarom is de mate van afgrensbaarheid bij sommige grenzen groter dan bij andere?
A. Omdat mensen graag willekeurige lijnen op de kaart tekenen
B. Omdat elke grens in een stad onzichtbaar is
C. Omdat bepaalde gebieden goed bewaakt worden of duidelijke natuurlijke barrières hebben
D. Omdat alle landen dezelfde controlemaatregelen hanteren

Vraag 3
Wat is een kunstmatige grens?
A. Een grens die door mensen op kaarten is vastgelegd
B. Een grens die gevormd wordt door rivieren of gebergten
C. Een grens die nooit veranderd kan worden
D. Een grens die alleen tussen provincies bestaat

Tekst 3: “Etniciteit en identiteit in de regio”
Vraag 1
Welk begrip verwijst naar culturele kenmerken zoals taal, gewoontes en soms religie, die een groep delen?
A. Burgerschap
B. Lokalisme
C. Etniciteit
D. Sociale samenhang

Vraag 2
Hoe kan een regionale identiteit mensen in een gebied verbinden?
A. Door alle lokale tradities te verbieden
B. Door een gemeenschappelijk dialect of geschiedenis te delen
C. Door iedereen verplicht te laten verhuizen naar dezelfde buurt
D. Door te weigeren met andere steden te communiceren

Vraag 3
Wat laat het begrip lokalisme zien?
A. Mensen voelen zich het sterkst verbonden met de eigen plaats
B. Mensen willen alleen nationale feestdagen vieren
C. Mensen zijn vooral trots op andere landen
D. Mensen hebben geen interesse in hun eigen cultuur

​GeoStap – Ontdek de wereld op jouw manier!

GeoStap brengt aardrijkskunde tot leven met innovatief lesmateriaal, actuele geografische inzichten en unieke leermethodes. Ontdek onze methode via de GeoStap-website, Learnbeat en inspirerende concepten zoals GeoBeat en NieuwsKompas.
© GeoStap – Alle rechten voorbehouden
  • Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen