• Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen
GeoStap
  • Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen
Picture

OpStap: Waarom grenzen en identiteit?

Leerdoelen

​Bekijk eerst de leerdoelen en voer daarna de opdrachten uit die hieronder staan. 
  • Je kunt uitleggen wat grenzen zijn en hoe ze zowel letterlijk (fysieke lijnen tussen gebieden) als figuurlijk (regels of afspraken) worden gebruikt.
  • Je kunt beschrijven hoe mensen in je eigen woonplaats bestuurlijke of mentale grenzen ervaren en welke invloed dit heeft op hun manier van samenleven.
  • Je kunt uitleggen wat met ‘identiteit’ wordt bedoeld en hoe factoren als familie, vrienden en woonomgeving hierop van invloed zijn.
  • Je kunt beschrijven hoe en waarom identiteit kan veranderen (bijv. door verhuizing of nieuwe ervaringen) en welke rol cultuur en regio daarin spelen.
  • Je kunt analyseren hoe grenzen en identiteit elkaar beïnvloeden, van je eigen buurt tot aan internationale voorbeelden (bijv. België, Rusland).
  • Je kunt beschrijven waarom grenzen veel meer zijn dan alleen een streep op de kaart, met aandacht voor de manier waarop identiteit en woonplek samenhangen.

Theorie

​ Lees de uitleg goed door. Dit helpt je om de opdrachten te begrijpen.
Welkom in de wereld van grenzen

We horen vaak over grenzen, maar wat zijn dat eigenlijk? Grenzen kun je letterlijk zien als lijnen tussen landen, maar ook figuurlijk: regels die bepalen wie ergens bij mag horen en wie niet. In deze module gaan we ontdekken waarom grenzen zo’n grote rol spelen in de manier waarop mensen samenleven.

Stel je een regio voor, zoals jouw eigen woonplaats. Daar kun je merken dat mensen afspraken maken over waar hun gebied begint en eindigt. We noemen dat soms een bestuurlijke of mentale grens. Maar ook binnen zo’n gebied zijn er verschillende groepen, met ieder hun eigen manier van kijken naar de wereld.

In deze lessen gaan we de breedte in: van jouw buurt tot aan landen als België en Rusland. We zien hoe identiteit wordt beïnvloed door de plek waar je woont en welke grenzen jou omringen. Zo leer je dat grenzen veel meer zijn dan alleen een streep op de kaart.

Identiteit: wat zegt het over jou?

​Wanneer we spreken over identiteit, bedoelen we vaak ‘wie je bent’ en ‘waar je je thuis voelt’. Dat kan te maken hebben met je familie, vrienden, maar ook met de taal die je spreekt of de buurt waarin je woont. Soms voel je je heel sterk verbonden met je geboorteplaats, soms juist met een groep mensen die dezelfde hobby heeft.

In de komende hoofdstukken ontdek je hoe identiteit samenhangt met grote thema’s als cultuur, regio’s en zelfs landen. Je leert dat identiteit niet vaststaat, maar voortdurend kan veranderen: als je bijvoorbeeld verhuist naar een andere stad of meer reist, merk je dat je blik op de wereld verandert.

Door je bezig te houden met grenzen en identiteit, begrijp je beter waarom sommige mensen hechten aan tradities, terwijl anderen juist openstaan voor vernieuwing. Het laat zien hoe je eigen verleden en omgeving meespelen in de keuzes die je maakt.

Van lokaal naar mondiaal

In deze module beginnen we dichtbij huis. Eerst kijken we naar jouw  regio, de directe omgeving. Daar onderzoeken we hoe grenzen worden getrokken en welke rol identiteit heeft. Vervolgens breiden we ons blikveld uit naar Nederland en België, want ook die twee landen hebben interessante afspraken en verschillen.

Daarna gaan we verder de wereld in, richting Rusland. Dit enorme land heeft heel andere grenzen, tradities en groepen. Zo zie je dat grenzen en identiteit in elke regio anders werken. Soms delen mensen dezelfde taal, soms zijn er tientallen talen in één gebied.

Tot slot kijken we naar vraagstukken rond conflicten en samenwerkingen. Door de hele module heen leer je dus waarom grenzen niet zomaar willekeurig zijn en hoe mensen hun identiteit inrichten. Zo krijg je een compleet beeld, van inleiding tot afronding.

Maak de zinnen compleet (1 Geo€oin)

In de samenvatting hieronder missen een paar belangrijke woorden. Vul ze in met de juiste termen. Noteer je antwoorden in je schrift.
Neem de cijfers 1 t/m 7 en maak de samenvatting compleet. Kies uit: [grenzen, identiteit, regio, mentale grens, België, Rusland, kaart].
  1. In deze module ontdek je hoe ... (1) ... niet alleen fysieke lijnen zijn, maar ook onze manier van denken en samenwerken bepalen.
  2. Daarnaast speelt ... (2) ... een belangrijke rol in hoe mensen zich met elkaar en hun omgeving verbonden voelen.
  3. We beginnen dichtbij huis in je eigen ... (3) ..., waar bestuurlijke en figuurlijke afbakeningen vaak samenkomen.
  4. Soms is er zelfs sprake van een ... (4) ..., waarbij je in je hoofd onzichtbare lijnen trekt over wie erbij hoort en wie niet.
  5. Vervolgens vergelijken we onze situatie met die in ... (5) ..., waar afspraken en cultuur soms heel anders zijn.
  6. Daarna kijken we naar ... (6) ..., een uitgestrekt land met grote verschillen in bevolkingsgroepen en fysieke afstanden.
  7. Zo leer je dat een grens meer is dan alleen een ... (7) ... op papier en dat jouw eigen plek de manier beïnvloedt waarop je naar de wereld kijkt.

​Beantwoord de vragen (2 Geo€oin$)

​ Lees de theorie en geef antwoord op de vragen. Gebruik wat je net geleerd hebt! ​Noteer je antwoorden in je schrift.
Lees: “Welkom in de wereld van grenzen”
​1. Open vraag
Vraag: Wat wordt bedoeld met een figuurlijke grens in deze tekst?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Waarom zijn grenzen zo belangrijk voor de manier waarop mensen samenleven?
A. Ze voorkomen dat mensen contact zoeken.
B. Ze bepalen wie ergens bij hoort en wie niet.
C. Ze zijn alleen voor militaire controle bedoeld.
D. Ze bestaan eigenlijk alleen in gedachten van mensen.
3. Gatenzin
Vraag: Een __________ grens kun je echt zien, zoals een hek of een grenspaal.

4. Combinatievraag
Koppel elk begrip aan de juiste uitleg:
  1. Grenzen
  2. Letterlijke grens
  3. Figuurlijke grens
  4. Regio
  5. Samenleven
  6. Mentale grens
A. Een lijn die je echt kunt zien (bijv. hek).
B. Een gebied dat we afbakenen (bijv. stad of provincie).
C. Regels die bepalen wie bij een groep hoort.
D. Hoe mensen in een gemeenschap met elkaar omgaan.
E. Scheidingen tussen gebieden of groepen.
F. Een grens die je in je hoofd ervaart of voelt.

5. Groeperen
Vraag: Beslis of de volgende voorbeelden letterlijke (L) of figuurlijke (F) grenzen zijn:
  • Een hek tussen twee tuinen
  • Een leeftijdsgrens om iets te mogen
  • Een bergketen die landen scheidt
  • Een schoolregel dat alleen leerlingen naar binnen mogen
  • Een douanepost met slagboom
  • Een regel dat je tot een bepaalde club moet behoren

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet deze schaalniveaus van klein naar groot: (1) Jouw eigen huis, (2) De buurt, (3) De stad, (4) Het land, (5) De wereld.

Lees: “Identiteit: wat zegt het over jou?”
​1. Open vraag
Vraag: Wat is identiteit volgens de tekst?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Wat kan ervoor zorgen dat je identiteit verandert?
A. Altijd dezelfde hobby hebben
B. Nooit van school veranderen
C. Een verhuizing of veel reizen
D. Altijd thuisblijven

3. Gatenzin
Vraag: Sommige mensen voelen zich sterk verbonden met hun geboorteplaats, anderen juist met een groep die dezelfde __________ heeft.

4. Combinatievraag
Koppel elk begrip aan de juiste uitleg:
  1. Identiteit
  2. Familie
  3. Buurt
  4. Taal
  5. Geboren worden
  6. Cultuur
A. De mensen met wie je bloedverwant bent.
B. De plek waar je woont, zoals een wijk.
C. Woorden en zinnen waarmee je communiceert.
D. Het moment waarop je op de wereld komt.
E. Gewoonten, tradities en kunst in een groep.
F. Wie je bent en hoe je je ziet.

5. Groeperen
Vraag: Groepeer de volgende factoren in ‘vormen (of beïnvloeden) iemands identiteit’ (V) of ‘hebben weinig invloed op identiteit’ (W):
  • Taal die je spreekt
  • Kleur van je fietstas
  • Je vriendengroep
  • Het dialect in je dorp
  • Het merk van je telefoon
  • De tradities van je familie

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet in de juiste volgorde hoe iemands identiteit kan veranderen door een verhuizing:
(1) Nieuwe buurt en vrienden, (2) Wennen aan andere gewoontes, (3) Geleidelijk voelen dat je erbij hoort, (4) Je identiteit past zich aan de nieuwe omgeving aan.

Lees: “Van lokaal naar mondiaal”
​1. Open vraag
Vraag: Met welke regio starten we in deze module?

2. Meerkeuzevraag
Vraag: Waarom bekijken we vervolgens ook landen als België en Rusland?
A. Die landen hebben exact dezelfde cultuur
B. We willen zien hoe grenzen en identiteit daar werken
C. Ze hebben helemaal geen grenzen
D. We leren alleen over hun economie

3. Gatenzin
Vraag: Grenzen zijn niet __________, ze kunnen per gebied verschillen.

4. Combinatievraag
Koppel de begrippen aan hun betekenis:
  1. Lokaal
  2. Mondiaal
  3. België
  4. Rusland
  5. Identiteit
  6. Conflicten en samenwerkingen
A. Gebeurtenissen en contacten wereldwijd
B. Buurland ten zuiden van Nederland
C. Kenmerken die bepalen wie je bent
D. Dicht bij huis
E. Een groot land dat deels in Europa, deels in Azië ligt
F. Onderwerpen die we gaan onderzoeken in deze module

5. Groeperen
Vraag: Verdeel de volgende niveaus in ‘dichtbij’ of ‘verder weg’ vanuit je eigen perspectief:
  • Je eigen buurt
  • Een gemeente aan de andere kant van het land
  • Buurland België
  • Een ver land als Rusland
  • Je provincie
  • De hele wereld

6. Ordeningsvraag
Vraag: Zet de volgende schaalniveaus van klein naar groot: (1) Buurt, (2) Stad, (3) Land, (4) Continent, (5) Wereld.
Vraag je docent om het antwoordblad en controleer vervolgens je antwoorden.

+Opdrachten

​Bekijk de opdrachten hieronder en voer ze uit. Let goed op wat er van je wordt verwacht. ​

Affiche | Grenzen (3 Geo€oin$)

Werkvorm: Affiche
  1. Context
    Je bent ontwerper bij een educatief communicatiebureau. De gemeente wil een jongerencampagne over wat ‘grenzen’ betekenen in de samenleving.
  2. Taak
    • Ontwerp een affiche dat op school of in de bibliotheek kan hangen.
    • Gebruik korte, pakkende teksten en beelden om het concept ‘grenzen’ te verduidelijken (letterlijk en figuurlijk).
    • Zoek voorbeelden van grenzen in je eigen omgeving en verwerk die op het affiche (met foto’s of getekende symbolen).
  3. Beoordelingscriteria
    • Duidelijkheid: Iedereen moet in één oogopslag snappen waar het affiche over gaat.
    • Toepassing theorie: Het affiche laat zien dat je begrijpt wat grenzen zijn (enkele kernbegrippen verwerken).
    • Vormgeving: Aantrekkelijke lay-out met een goede balans tussen tekst en beeld.
    • Onderbouwing: Je verwerkt één of meer concrete voorbeelden uit onderzoek (bijv. een lokale ‘grens’).

Mindmap | Identiteit (3 Geo€oin$)

Werkvorm: Mindmap
  1. Context
    Stel je bent journalist voor een jongerenmagazine. Je gaat een kort artikel schrijven over ‘identiteit’ en wilt je ideeën vooraf visueel ordenen.
  2. Taak
    • Maak een mindmap met ‘Identiteit’ in het midden.
    • Verdeel begrippen als familie, cultuur, hobby’s, taal, stad/buurt in logische groepen.
    • Voeg bijpassende (kleine) afbeeldingen of iconen toe om de begrippen te versterken.
    • Zoek buiten de tekst om één praktisch voorbeeld (bijv. hoe een verhuizing iemands identiteit kan veranderen).
  3. Beoordelingscriteria
    • Overzicht: Je mindmap toont duidelijke hoofd- en subtakken.
    • Correcte begrippen: Je benoemt de kernbegrippen rond identiteit en legt ze in trefwoorden uit.
    • Creativiteit: Kleuren, icoontjes en korte toelichtingen maken de mindmap aantrekkelijk.
    • Onderzoek: Je noemt minstens één extra voorbeeld uit eigen onderzoek (artikel, site, interview).

Presentatie | Grenzen en Identiteit (3 ​Geo€oin$)

Werkvorm: Presentatie
  1. Context
    Je werkt als presentator voor een educatief YouTube-kanaal. Je wilt een reeks filmpjes maken over hoe grenzen en identiteit veranderen van lokaal naar mondiaal niveau.
  2. Taak
    • Maak een presentatie (minstens 8 dia’s) waarin je stapsgewijs uitlegt hoe de schaal verschuift: van buurt, naar regio, naar land, tot wereldwijd.
    • Per dia behandel je een onderdeel en laat je zien wat er gebeurt met grenzen en identiteit.
    • Gebruik extra bronnen (bijv. nieuwsartikelen over internationale samenwerking).
  3. Beoordelingscriteria
    • Inhoud: Minimaal 8 dia’s met kerninformatie uit de theorie plus aanvullend onderzoek.
    • Structuur: Logische opbouw van lokaal naar mondiaal, met duidelijke overgangen.
    • Vormgeving: Tekst is beknopt, afbeeldingen of schema’s ondersteunen je verhaal.
    • Toepassing theorie: Je verwerkt voorbeelden die laten zien dat je de termen ‘grenzen’ en ‘identiteit’ begrijpt en toepast.

GeoBeat (2 ​Geo€oin$)

​Bekijk en luister goed naar de video. Daarna ga je aan de slag met de opdrachten! ​Noteer je antwoorden in je schrift.
Begripsvragen bij de songtekst
Open vraag: Wat wordt bedoeld met de zin: "Boundaries drawn, both in mind and in space"?

Meerkeuzevraag: Wat is een belangrijk thema in de songtekst?
A) Natuurverschijnselen en hun invloed op cultuur
B) De rol van landsgrenzen en identiteit
C) De technologische vooruitgang van steden
D) De verschillen tussen noordelijke en zuidelijke landen

Gatenzin: "Identity’s a journey, not just where it _________."

Combinatievraag: Verbind de zinnen uit de songtekst met het juiste geografische begrip.
A. "Boundaries drawn, both in mind and in space." 
B. "Language, history, flags unfurled." 
C. "From my city to the northern lights." 

  1. Bestuurlijke en mentale grenzen
  2. Culturele identiteit
  3. Geografische afstand en verandering

Groeperingsvraag: Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
  1. "Grenzen bepalen altijd wie je bent." 
  2. "Culturen veranderen in de loop van de tijd." 
  3. "Identiteit wordt alleen bepaald door waar je geboren bent." 

Ordeningsvraag: Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde op basis van de songtekst.
  1. "From my city to the northern lights." 
  2. "Borderlines, crossing hearts." 
  3. "We change, we grow, we rewrite." 
  4. "Identity’s a journey, not just where it starts."

Diepgaande analyse van een kernzin

Gekozen zin: "But what if I step past the line? Would I still be me, would the world feel mine?"

  1. ​Wat betekent deze zin in de context van het lied?
  2. Hoe kun je deze zin koppelen aan een geografisch begrip of thema?
  3. Wat is een actueel voorbeeld waarin dit begrip een rol speelt?

Persoonlijke reflectie met stellingen

Gekozen zin: "Language, history, flags unfurled, yet we all belong in this spinning world."

Lees de drie stellingen hieronder. Geef bij elke stelling aan of je het ermee eens of oneens bent. Leg daarna in een korte uitleg uit waarom je deze mening hebt.
  1. Taal bepaalt in grote mate tot welke cultuur iemand zich verbonden voelt.
  2. Nationale grenzen zouden minder belangrijk moeten zijn, omdat we allemaal deel uitmaken van de wereld.
  3. Geschiedenis en tradities zijn belangrijker voor identiteit dan de plek waar je woont.

Open vraag:

Welke van de bovenstaande stellingen spreekt jou het meest aan en waarom?

Jouw Wereld, Jouw Opdracht (2-4 ​Geo€oin$)

Kies een manier om te laten zien wat je hebt geleerd. Bedenk een creatieve opdracht waarmee je de leerdoelen uitlegt. Dit mag een poster, een spel, een podcast, een vlog of iets anders zijn. 
​
📌 Leerdoelen voor deze opdracht:
  • Je laat in deze opdracht zien hoe (letterlijke en figuurlijke) grenzen bepalen wie ergens bij hoort en hoe dat de manier van samenleven beïnvloedt.
  • Je laat in deze opdracht zien hoe identiteit wordt gevormd door persoonlijke kenmerken (zoals familie of taal) én de omgeving waarin je leeft.
  • Je laat in deze opdracht zien hoe de identiteit van mensen verandert als je verder kijkt dan de eigen regio, en hoe lokale en mondiale ontwikkelingen elkaar beïnvloeden.

Check jezelf (1 Geo€oin)

Maak de meerkeuzevragen en probeer de opdrachten te doen zonder de theorie of andere hulpmiddelen te gebruiken. Hoeveel had jij er goed? Noteer je antwoorden in je schrift.
Tekst 1: “Welkom in de wereld van grenzen"
Vraag 1
Een grens kan zowel letterlijk als figuurlijk worden gebruikt. Wat is een voorbeeld van een figuurlijke grens?
A. De lijn die door een rivier wordt gevormd
B. De spoorlijn tussen twee buurlanden
C. De regels die bepalen wie bij een bepaalde groep hoort
D. Het hek dat om een tuin heen staat

Vraag 2
Waarom spelen grenzen een belangrijke rol in hoe mensen samenleven?
A. Ze zorgen altijd voor ruzie tussen verschillende groepen
B. Ze helpen bepalen wie ergens bij mag horen en wie niet
C. Ze zijn alleen nuttig om tol te heffen bij landsgrenzen
D. Ze hebben geen invloed op de manier waarop mensen zich gedragen

Vraag 3
Stel, in jouw woonplaats besluiten twee wijken om zich apart te organiseren vanwege hun eigen regels en gewoontes. Welk begrip past hier het beste bij?
A. Toeristische grens
B. Internationale grens
C. Bestuurlijke of mentale grens
D. Culturele afbakening zonder invloed op de bewoners

Tekst 2: “Identiteit: wat zegt het over jou?"
Vraag 1
Waardoor kan iemands identiteit in de loop van de tijd veranderen?
A. Omdat identiteit volledig door genetica wordt bepaald
B. Doordat mensen verhuizen, reizen of nieuwe ervaringen opdoen
C. Omdat de overheid bepaalt welke hobby’s mensen mogen hebben
D. Doordat elke cultuur precies hetzelfde blijft

Vraag 2
Welk voorbeeld laat zien dat je je sterk verbonden kunt voelen met een bepaalde groep?
A. Altijd op vakantie gaan naar andere landen
B. Je taal, familie en geschiedenis delen met mensen uit dezelfde streek
C. Geen contact willen met anderen omdat je liever alleen bent
D. Je volledig afsluiten van de gewoontes in je woonplaats

Vraag 3
Waarom kan het spreken van een andere taal een onderdeel van je identiteit zijn?
A. Omdat taal laat zien welke muziek iemand leuk vindt
B. Omdat de taal die je spreekt vaak verbonden is met de groep waarin je opgroeit
C. Omdat iedereen in de wereld altijd dezelfde taal spreekt
D. Omdat taal niks te maken heeft met de cultuur van mensen

Tekst 3: “Van lokaal naar mondiaal: de opbouw”
Vraag 1
Waarom begint de module met jouw directe omgeving voordat er naar andere landen wordt gekeken?
A. Omdat verre landen geen grenzen kennen
B. Omdat je jezelf eerst in je eigen buurt herkent en daarna pas de rest van de wereld leert begrijpen
C. Omdat je regio helemaal niets te maken heeft met je identiteit
D. Omdat er in Nederland en België geen verschillen bestaan

Vraag 2
Wat is een belangrijk verschil tussen Nederland en Rusland, volgens de opbouw van de module?
A. Rusland heeft geen grenzen en Nederland wel
B. Rusland is enorm groot en heeft heel andere tradities en grenzen
C. Nederland en Rusland spreken exact dezelfde taal
D. Rusland en Nederland hebben geen invloed op elkaars identiteit

Vraag 3
Waarop ligt uiteindelijk de focus als deze module helemaal is doorlopen?
A. Alleen op de geschiedenis van je eigen buurt
B. Op hoe grenzen en identiteit wereldwijd een rol spelen, van buurt tot land
C. Op het leren van zo veel mogelijk moeilijke woorden
D. Alleen op de cultuurverschillen binnen je eigen familie

​GeoStap – Ontdek de wereld op jouw manier!

GeoStap brengt aardrijkskunde tot leven met innovatief lesmateriaal, actuele geografische inzichten en unieke leermethodes. Ontdek onze methode via de GeoStap-website, Learnbeat en inspirerende concepten zoals GeoBeat en NieuwsKompas.
© GeoStap – Alle rechten voorbehouden
  • Home
  • Ontdek GeoStap
  • Differentiëren
  • Aan de Slag!
    • VMBO BASIS
    • VMBO KGT
    • HAVO
    • VWO
  • Learnbeat
  • Bestellen